Van landrot naar zeildroom
Dit blog is een bewerkte versie van een artikel dat eerder verscheen in Zeilen magazine, editie juli 2025.
Leestijd: 10 minuten
de kapitein in z’n element
Het roer om
Huis en haard achterlaten en je vol overgave in onbekende avonturen storten, dat leek me altijd vooral iets dat ándere mensen deden. Net als zeilen trouwens. In mijn wereld werd vroeger namelijk niet gezeild en had al helemáál niemand een boot. Als iemand me als kind had gevraagd om het meest ondenkbare toekomstscenario voor mezelf te schetsen, dan zou ik een boot kopen en de wereld rondzeilen misschien wel genoemd hebben. Of misschien ook niet, want het zou waarschijnlijk niet eens in me op gekomen zijn.
Toch zit ik me nu vol overgave voor te bereiden op Het Grote Avontuur. En wel vanuit een (inmiddels) elektrische Oyster 39 uit het prachtjaar 1982, waarvan ik de afgelopen jaren samen met kapitein Tim nagenoeg elk schroefje vervangen heb. We kunnen dus wel stellen dat er op enig moment sprake is geweest van een radicale koerswijziging.
De zee als inspirator
Het is zondagochtend, ergens begin 2022. We hebben gisteravond gevierd dat er weer wat coronamaatregelen versoepeld zijn en likken nu onze wonden in het eerste voorjaarszonnetje. In ons kleine stadstuintje laten we de koffie haar werk doen en staren we zwijgend naar een totaal overwoekerde moestuinbak (want zelfs de makkelijkste moestuin bleek voor ons te moeilijk).
Terwijl de herinnering aan het laatste biertje van gisteravond nét iets minder prominent aanwezig dreigt te raken, besluit ik dat het een mooi moment is om het eens over de grote vragen des levens te hebben. “Wat maakt jou nou echt gelukkig?” vraag ik aan Tim. Hij kijkt me glazig aan, maar het lijkt erop dat ik een snaar heb geraakt, want hij speelt mee. “Op het water zijn”, krijg ik terug. Ik knik instemmend. We zijn de coronaperiode al (kite)surfend doorgekomen, dus dit antwoord verbaast me niet.
Ik vraag door, net zo goed aan mezelf als aan hem. “Wat zou je graag nog willen leren?”. We denken allebei even na. Bijna tegelijkertijd vertellen we elkaar dan hoe veel we de afgelopen periode hebben geleerd van de zee. Hoe de ontelbare uren in de branding een genadeloze spiegel bleken en hoe vaak ons gedrag in het water direct of indirect een parallel had naar ons gedrag in het dagelijks leven. Waar een brakke zondag al niet goed voor kan zijn.
een gelukkig mens
“Ik denk dat daar nog wel meer te leren valt” zeg ik, refererend naar de spiegel die de zee ons soms zo meedogenloos voorgehouden heeft. Tim knikt. “Misschien kunnen we wel een tijdje rondreizen en mooie (kite)surf plekken opzoeken”, oppert Tim. Dat lijkt mij ook wel wat, maar bijna direct voelen we ook weerstand. De vele vlieguren staan ons tegen. Een campertje dan? Leuk, maar autorijden is ook niet echt onze lievelingshobby.
“Waarom gaan we niet zeilen?”, hoor ik mezelf ineens zeggen. Tim kijkt me aan alsof hij water ziet branden. Ik heb namelijk nog geen dag in mijn leven gezeild en word al zeeziek in een kano, dus wat dat betreft had ik net zo goed kunnen opperen om in een kartonnen luchtballon naar de maan te vliegen.
Gelukkig beschik ik over een gezonde dosis zelfoverschatting en kan ik erg overtuigend zijn, dus niet lang na mijn voorstel gaat de kapitein overstag. Tim -ook niet vreemd van enig bravoure- komt namelijk wél uit een zeilfamilie, en zal het mij wel even leren.
Binnen een week is de zoektocht naar een boot gestart en hebben we ons aanstaande avontuur beslecht door het tijdens een etentje vol enthousiasme aan te kondigen aan Tim’s ouders, wiens ogen boekdelen spreken wanneer ze ons aanhoren.
“Nu nog een boot vinden!”, spreken we hoopvol naar elkaar uit terwijl we alle makelaarssites afstruinen. We zijn het snel met elkaar eens dat we geen projectboot willen; we weten immers niets van boten en zo’n eerste project is vast en zeker een experiment waarbij van alles mis gaat.
de boot die ons vond
“Is dit niks voor jullie?” Het nieuws over ons plan heeft snel de ronde gedaan, want Tim’s oom (uit de zeilende kant van de familie) appt een Facebook-advertentie aan ons door waarin een Oyster 39 Ketch uit 1982 te koop wordt aangeboden voor een Oyster-onwaardige vraagprijs. Een prijs waar wij wel oren naar hebben, want deze past een stuk beter bij ons budget dan die van de meeste andere jachten die we tot nu toe weg geklikt hebben. Er is natuurlijk wel een addertje: er moet het een en ander aan gebeuren. O ja, én ze is al verkocht.
We besluiten toch om contact op te nemen met de verkoper en door een vreemde speling van het lot mogen we uiteindelijk gaan kijken. Voordat ik verder ga hecht ik eraan om hier even een disclaimer in te voegen, want wat nu volgt zou ook prima een lezing kunnen zijn over wat vooral niet te doen bij het aankopen van een boot.
How not to buy a boat
de boot die ons vond
De verkoper kan zelf niet aanwezig zijn tijdens de bezichtiging, maar we kunnen de sleutel ophalen bij de havenmeester en onszelf aan boord laten. Als we klaar zijn mogen we direct laten weten of we tot aankoop willen overgaan, want er zijn kapers op de kust. Onder druk en niet gehinderd door enige kennis van zaken stappen we dus enthousiast aan boord. What could possibly go wrong?
Met Tim’s oom aan de lijn lopen we door de boot en vinken we hier en daar iets af van een achteraf totaal arbitrair lijstje. Het interieur heeft een opknapbeurt nodig en er is nagenoeg geen (navigatie) apparatuur aan boord, maar verder lijkt alles in orde. We hebben weliswaar geen tijd om de boot uit het water te halen en het onderwaterschip te beoordelen, maar van een beetje osmose is nog nooit een boot gezonken. Toch?
We slingeren de 80pk dieselmotor aan, schrikken ons een ongeluk van het oorverdovende geluid dat het ding teweeg brengt en moeten dan concluderen dat er in geen velden of wegen een uit-knop voor dit bakbeest te vinden is. We bellen de verkoper en komen er tot onze verbazing achter dat de man aan de lijn zelf eigenlijk ook nog nooit aan boord is geweest van zijn eigen schip, want het jacht is door een ruildeal in zijn bezit gekomen met als doel een snelle verkoop. Of hij weet hoe de motor uit moet? Helaas.
We hebben een boot gekocht!
Na nog maar eens alle mogelijke locaties voor een uitknop te hebben nagelopen kies ik eieren voor mijn geld en meld ik me met de staart tussen de benen voortijdig weer bij de havenmeester, in de hoop dat hij ons misschien kan helpen. “Ik heb geen idee, maar die man daar weet veel van dieselmotoren; vraag het hem even”, wijst hij naar een schijnbaar nietsvermoedende voorbijganger. Geweldig, ik mag mijn onkunde nog verder tentoonspreiden. Ik raap mijn laatste restje moed bij elkaar en spreek de man in kwestie aan. Hij heeft duidelijk met me te doen en loopt met me mee te steiger af, terwijl hij mijn verwachtingen alvast probeert te temperen. De man blijkt een reddende engel, want nadat hij aan een rood kabeltje in de inmiddels bloedhete motorruimte heeft getrokken keert de rust weder. “Ik zou wel even een start/stop knop installeren als ik jullie was”, aldus onze redder.
Je denkt nu misschien dat er inmiddels voldoende motivatie is om dit schip te laten varen (pun intended) en met piepende bandjes huiswaarts te keren. Je hebt natuurlijk gelijk, maar ondanks alle rode vlaggen zien wij vooral een oerdegelijke, bewezen oceaanzeiler waar we -als ze maar blijft drijven- voor deze prijs hopelijk een comfortabel en veilig thuis van kunnen maken.
Onderweg naar huis laat ik de verkoper (via Whatsapp) weten dat we een deal hebben en maak ik ook maar direct het aankoopbedrag over. Je kan het maar gehad hebben. We hebben een boot gekocht!
Dus tóch een projectboot
Als dertigers hebben we nu eenmaal meer tijd en energie dan dat we geld hebben, dus het verbaast ons niets dat ‘de boot die ons vond’ uiteindelijk tóch een projectboot is. Met gezonde scepsis over onze eigen capaciteiten storten we ons dus maar op het eerste klusje. Maar waar begin je, als alles aangeraakt moet worden? Tip: begin niet met het opkalefateren van de vloerpanelen, want dan sta je ze drie verbouwingsjaren later weer opnieuw kaal te schuren.
Het probleem dat het lastigst te negeren valt: de penetrante geur die je tegemoetkomt zodra je de kajuit binnenstapt. Wees dus blij dat het nog niet mogelijk is om geur aan een blog toe te voegen, want dat zou erg handig zijn om te illustreren dat we hier te maken hebben met een speciaal soort ranzigheid. We openen alle vloerpanelen, maken de bilge schoon, spoelen alles door, maken de bilge nog eens schoon, spoelen alles weer door en maken de bilge nog eens schoon. We zijn kind aan huis bij de watersportwinkel in de buurt, die ons maar al te graag allerlei middeltjes verkoopt tegen de geur. Niets helpt.
We besluiten om het over een andere boeg te gooien en gaan online op onderzoek uit. Wie weet herkent iemand het probleem? Voor we het weten zit Tim in een Whatsapp groep met eigenaren van exact hetzelfde bootje als de onze en we hebben direct beet. Onder de motor zou een diepe bilge moeten zitten die doorloopt in de kiel -onder de motor dus. Onder de 80pk Mercedes motor van drie miljoen kilo, welke precies even groot is als onze volledige motorruimte, waar we met geen mogelijkheid onder kunnen komen zonder het gehele ding eruit te hijsen. Fantastisch.
We draaien nog wat om de hete brij heen en opperen nog een paar halfbakken alternatieven, maar uiteindelijk is er slechts één conclusie mogelijk; die motor moet eruit, want de stank is onleefbaar dus de bilge moet schoon. We hebben de eerste onvoorziene klus te pakken, en dit zal zeker niet de laatste blijken.
Diesel of elektrisch?
Uit alle macht probeer ik om een verroeste motorsteun los te draaien met een dopsleutel waar helemaal geen ruimte voor is in ons veel te krappe motorhok. Aan de andere kant hoor ik Tim schelden op de steun waar hij mee bezig is. “Moeten we deze bonk roest straks echt weer terug gaan plaatsen? Is dat wel een goed idee?” Ik dreun plichtmatig wat motiverende woorden op en concentreer me weer klusje. Maar als we later die avond naar huis rijden, blijkt dat zijn opmerking ons allebei heeft beziggehouden. Voorzichtig fantaseren we over minder roestige alternatieven. Een nieuwe dieselmotor? Ja, misschien. Of misschien een elektrische aandrijving? Zou dat al mogelijk zijn voor een jacht zoals dat van ons?
We besluiten om ons huiswerk te doen en dompelen ons onder in alles wat er te leren valt over (marine) elektromotoren, accu’s en elektrische systemen. We praten met motorboeren, accuboeren, botenbouwers, boten ómbouwers (van diesel naar elektrisch), we spelen YouTube uit én we bellen met Peter Hoefnagels die met het duurzame jacht de Ya al eens geheel fossielvrij de wereld rond zeilde. Zijn boodschap: zo lang we bereid zijn om ons gedrag een beetje aan te passen, is er heel veel mogelijk. We worden enthousiast. Een stille hulpmotor die we onze voortstuwing nagenoeg zelfvoorzienend maakt; het lijkt ons wel wat.
Maar nu begint het pas echt. Wat halen we ons op de hals? Het duizelt ons van alle vragen die we nog moeten beantwoorden. Want kan dit eigenlijk al wel, anno 2022? Hoe zit het met de prijzen van de benodigde LiFePo4 accu’s? Is een elektrische aandrijving überhaupt realistisch met de rompvorm van onze oude dame? Hoe veel vermogen zouden we nodig hebben? En kunnen wij dit steeds groter wordende project eigenlijk wel aan?
We gaan ervoor
Tijdens onze zoektocht naar informatie, komen we aardig wat opgetrokken wenkbrauwen en scheve gezichten tegen. Volkomen logisch, want we zijn duidelijk aan het pionieren. Maar we laten ons niet ontmoedigen. Eigenlijk raken we gaandeweg alleen maar extra gemotiveerd om ons plan door te zetten. We zijn misschien een beetje eigenwijs, maar we zijn er inmiddels van overtuigd geraakt dat we op het goede spoor zitten. Misschien juíst wel doordat het onderwerp overduidelijk wringt binnen de zeilgemeenschap.
En dan geeft het universum ons een laatste zetje in de goede richting: een goede vriend met een elektrische koffietruck wil zijn LiFePo4 accubank vervangen door een set die lichter is in gewicht. Waar tot nu toe de exorbitant hoge prijzen ons ontmoedigden, mogen we nu tegen een vriendenprijs zijn gebruikte set overnemen. “Dit verandert het verhaal wel aanzienlijk”, merkt Tim op. Voor ons is dit het laatste zetje dat we nodig hadden. We wagen de sprong in het diepe en gaan ervoor. Onze Oyster wordt elektrisch!
een dag waar we lang naar uitgekeken hebben; de dieselmotor gaat eruit!